Hoewel ik mijn fototoestel steeds bij had, heb ik niet veel foto's gemaakt.
Echt groot is Delft niet dus alles is makkelijk te voet te doen. Het centrum van Delft is zo goed als autovrij. Alleen is het in Nederlandse steden altijd even wennen aan al die fietsers.
Wat me ook opviel in Delft waren de vele kleine, onafhankelijke winkeltjes. In het historisch centrum vind je maar weinig ketens (behalve Brabantse turfmarkt en wat verder rond het Bastiaansplein. Aangezien ik probeer weinig nieuws te kopen heb ik in die leuke winkeltjes voornamelijk rondgekeken.
Winkelen
Lu-st: een leuke winkel waar ze o.a fair tradeproducten verkopen (ik herkende een paar dingen uit de wereldwinkel) maar ook producten gemaakt van gerecycleerd materiaal of duurzaam geproduceerd. In de winkel zit ook een eettentje (zie hieronder)
Ook bij Pleck hebben ze allemaal leuke (maar niet altijd even nuttige) spulletjes. Ook hier kan je iets eten of drinken maar er is geen vegan-aanbod.
Bij De winkel hebben ze op ene kleine oppervlakte een vrij ruim aanbod: kaartjes, servies, knopen en andere naaispulletjes, speelgoed, ... Dat maakt de winkel gezellig chaotisch. Ze liggen trouwens net naast de Ekoplaza.
Een winkel die gewoon een te leuke naam heeft om niet te bezoeken is: Offline is the new black. Hier verkopen ze naast een paar tweedehandsartikelen hele mooie juweeltjes en ook spulletjes van verschillende kleine bedrijfjes.
Ook bij Loco lama vind je allerlei leuke, dure hebbedingetjes van Hollandse bodem (en daarbuiten) verkopen.
En een laatste leuk winkeltje is Galerie XS, zoals de naam doet vermoeden heel klein met kaartjes en posters.
Eten
Natuurlijk heb ik die paar daagjes in Delft ook heerlijk gegeten. Het was me iets te koud om te picknicken en tussendoor naar het appartement wandelen voor te lunchen was me iets te ver. En er was vooral veel keuze om lekker te eten!
Zoals hierboven vermeld kan je bij Lu-st ook lekker lunchen. Het is een Turkse kaart. Als je het vraagt vertellen ze wat er vegan is.Ik at er een heerlijk Turks broodje met een tapenade en als dessert een plantaardige cheesecake met vijgen.
Drie maal raden wat je bij Hummus kan eten: Hummus natuurlijk. Maar niet zomaar hummus, verschillende soorten hummus. Ik at er de hummus met aubergine, geserveerd met een volkoren pitabroodje en een salade. En daarbij nog zoete aardappelfrietjes. Enig minpuntje: er was geen chocomousse aanwezig. Gelukkig was er lekkere dadeltaart.
De eerste avond ben ik ook uit eten gegaan. Gelukkig maar want de volgende dagen was Djebena niet open tijdens de lunch. Het is een Eritrees restaurant.Ik had geen idee wat dat inhield. Maar lekkere hartige pannenkoeken met kruidige groenten. De vegetarische recepten zijn ook allemaal vegan. Enig minpuntje: Als voorgerecht ging ik voor de gerolde indjera maar bij de vegetarische combo,mijn hoofdgerecht, zat nog eens hetzelfde. Dat had men wel mogen zeggen bij het bestellen vind ik.
Op internet las ik enthousiaste veganistische reviews over Kek!. Dus ging ik dar ook eens kijken. Iets te druk en hip voor mij eerlijk gezegd. Op de kaart stond niet duidelijk wat vegan was en de serveerster kon ook niet helpen. De eerste keer was ik er gewoon binnengegaan voor een koffie en nadien ben ik ook niet meer teruggegaan.
Ook over Hills&Mills las ik veel positieve reviews. De gegrilde groentesalade die ik er at was ook superlekker maar volgens de serveerster ook het enige veganistische op de kaart.
De toerist uithangen
Naast shoppen en eten heb ik ook nog een beetje aan cultuur gedaan. Niet al teveel want de meeste musea vond ik best prijzig en in grote toeristensteden staat de prijs vaak niet in verhouding met de kwaliteit.
Op de toeristische dienst van Delft kan je een brochure voor een historische stadswandeling kopen. Ik ben daar toch een paar uurtjes mee zoet geweest en heb dingen bijgeleerd die mijn Nederlandse vriendje ook niet wist.
Ik had persoonlijk nog nooit van de schilder Paul Tetar Van Elven gehoord maar met mijn lerarenkaart kon ik zijn museum gratis bezoeken. (Met al dat uit eten gaan moest ik toch ergens op besparen). Het is gevestigd in zijn woning de hij samen met zijn inboedel aan de stad geschonken had, op voorwaarde dat het een museum zou worden. Interessant om een ingericht huis van eind 19de eeuw te zien. Er was ook een leuke verzameling kunst en porselein, waaronder een snorrenkopje. Wat handig bedacht. Misschien iets voor de moderne hipster?
Wat ik zelf het indrukwekkendste vond was molen de Roos. Deze molen staat in het centrum van Delft en is gewoon te bezoeken. Je kan, via stijle smalle trapjes, een vijftal verdiepingen omhoog en onderweg ook even buiten op het platform gaan staan. Als de wieken zo vlak naast je draaien is dit echt wel spectaculair (en in het begin ook wel een beetje eng).
Ik twijfelde even over een bezoek aan de botanische tuin omdat november niet echt een bloeimaand is. maar aangezien ze ook een aantal exotische planten in kassen hebben besloot ik toch eens te gaan kijken. De kassen waren wel indrukwekkend en de persimons aan de boom ook. Maar volgens mij zijn er betere momenten voor een bezoekje aan deze indrukwekkende tuin.
Conclusie: Als je echt wil heb je Delft op een dag gezien maar stiekem is slow travel toch leuker. Wat ronddolen in straatjes, rustig rondkijken, af en toe ergens gezellig gaan zitten en gewoon relaxen. Je hoeft echt niet de halve wereld over te vliegen om op ontdekking te gaan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Reacties zijn altijd leuk om te lezen dus bedankt dat je er even de tijd voor neemt.